Notaris-, schepen- en andere akten

107 Anna van Steenvort, weduwe van Herman van den Hoogen, te Grave, wil de goederen gerechtelijk verhuren van Gerit Tonisen en zijn vrouw en zijn zus Wilmke Tonisen. Het is een huis en hof en vier akkers land te Reek. Geerit en Wilmke Tunnissen hebben echter de goederen voor 400 gulden verkocht aan de weduwe. Te betalen in mei 1725. Zolang mogen de verkopers in het huis blijven wonen. Als de verkopers binnen 4 weken hun schulden alsnog voldoen, dan vervalt deze verkoop.

106 Anna van Steenvorth, weduwe Herman van den Hoogen, verhuurt gerechtelijk voor de eerste keer, de vaste goederen van Jan van Dinter, bestaande uit een akker land naast Hendrick de Smits veld en nog een deel van een bosje naast weduwe Boeracker. Weduwe van den Hoogen is huurder voor 1 gulden en 5 stuivers in 1724.
Op 14 april 1725 komt Jan van Dinter verklaren dat hij zelf zijn eigen goederen zal huren voor 5 gulden per jaar

81 Cornelia van Duren, die de erfenis heeft aanvaard van de heer landdeken Abrahamus Ignatius van der Linden, geassisteerd door advocaat van Willigen, wil het erfdeel verkopen dat de kinderen van wijlen Gijsbert de Haan hebben geerfd van hun grootvader Antonij van Londen en van hun grootmoeder, om daaraan een schuld van 100 gulden te verhalen, met de rente sinds 1714. De lening is aangegaan op 7-2-1707 door Gijsbert de Haan. Cornelis Jansen verklaart dat hij en de kinderen van wijlen zijn zus Marike ook 200 gulden tegoed hebben van hetzelfde pand. De heer Ploeg verklaart namens mevrouw Winckelman dat zij ook 200 gulden tegoed heeft uit dit pand. Niemand neemt de schuld over, zodat de procedure verder kan gaan. Marcelis van Londen voor zichzelf en namens Ariaen en Willemijn van den Ende accepteren de schuld en gaan de goederen binnen 3 weken verkopen. In de kantlijn: gerestitueerd.

80 Jan van Merle wil de goederen verkopen van wijlen Hendrick Reis en Maria Ariens, en die van Derck Jan Reijs, om daaraan een schuld te verhalen van 500 gulden en 152 gulden rente. Deze schuld is door Derck Jan Reis en zijn vrouw Cath. Tonen aangegaan op 1-5-1710, met als borg Hendr. Reis. De helft van twee morgen bouwland, genaamd den Vlierbos, ongescheiden met Sam Reijs, te Huisseling, en hergekomen van Handrik Reijs, wordt in 1729 gehuurd door Marie Ariens voor 6 gulden; in 1730 voor 3 gulden. In 1731 huurt Derk Sammen voor 1 gulden en de kosten. De helft van een bouwland naast Huisseling, genaamd het Cruijs, toebehorende aan Dirk Reijs, wordt in 1729 verhuurd aan Peter Sam Reis voor 3 gulden; in 1730 aan Derk Sam Reis voor 1,50 gulden; in 1731 aan Derk Sammen voor 1 gulden 7 stuivers. Een halve morgen elzenbos en bouwland te Huisseling, van Dirk Reijs, wordt in 1729 verhuurd aan Derk Sam Reis voor 2 gulden; in 1730 voor 1,50 gulden; in 1731 voor 1,50 gulden. Twee akkers land genaamd den leegen Vlierbos gelegen achter de Langkamp, van Henr. Reis en Marie Ariens wordt in 1730 verhuurd aan Marie Ariens voor 1,25 gulden. In 1731 aan Derk Reijs voor 2 gulden.